17sep

Werkloosheid stijgt, maar minder dan in afgelopen maanden

Het aantal mensen dat werkloos werd steeg in augustus met 7000 tot 426.000. Die toename is een stuk minder dan in de voorgaande maanden toen na de corona-uitbraak veel mensen hun baan kwijtraakten.

Het aantal werklozen blijft oplopen, maar minder dan in de maanden april tot en met juni het geval was. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In juli stonden er nog 419.000 mensen geregistreerd als werkzoekend, in augustus was dat gestegen naar 426.000.

Dat komt neer op 4,6 procent van de beroepsbevolking. In juli was dat nog 4,5 procent.

+153.000 sinds corona

Daarmee is het aantal werklozen opgelopen tot het niveau van precies drie jaar geleden. Nog altijd ligt het aantal werklozen flink onder het niveau van febrauri 2014 toen na de crisis van 2008/2009 het aantal werklozen steeg tot 699.000.

Sinds het begin van de coronacrisis is het aantal werklozen met 153.000 gestegen.

Meer mensen betreden arbeidsmarkt

In de eerst maanden van corona steeg het aantal werklozen snel, maar door de lockdown was het lastig om te solliciteren, aldus hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS.

Ook stopten in het begin van corona-uitbraak veel mensen met het zoeken naar werk, omdat zij dachten dat niet te kunnen vinden. Zij telden daarom toen niet mee in de cijfers.

Inmiddels is de beroepsbevolking weer ongeveer even groot als voor het uitbreken van het coronavirus.

CPB: verdere stijging in 2021

Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat de werkloosheid in 2021 verder stijgt tot 5,9 procent van de beroepsbevolking, oftewel 545.000 werklozen.

In het geval van een tweede golf van coronabesmettingen kan dat echter fors meer toenemen, tot 8,5 procent.

Nu nog weinig faillissementen

“Veel bedrijven hebben het nog moeilijk en zonder alle steunmaatregelen waren er misschien meer faillissementen en ontslagen geweest”, aldus Van Mulligen.

In augustus lag het aantal faillissementen op het laagste niveau sinds 1999, dat kan natuurlijk oplopen als de steunmaatregelen minder worden, zegt Van Mulligen.

Bron: RTLZ

15sep

Werkloosheid stijgt bij tweede golf mogelijk tot 8,5 procent

Als er een tweede golf van coronabesmettingen komt, dan kan de werkloosheid in Nederland volgend jaar stijgen tot 8,5 procent.

Dat blijkt uit de Macro Economische Verkenning (MEV) 2021 van het Centraal Planbureau (CPB), waarin prognoses voor de Nederlandse economie staan.

In het meest waarschijnlijke scenario stijgt de werkloosheid volgend jaar van 4,5 procent in juli naar 5,9 procent, denkt het CPB. Dat zijn 545.000 mensen, terwijl dat er in 2019 nog 314.000 waren.

Werkloosheid van 8,5 procent

Het werkloosheidspercentage kan echter veel meer oplopen en wel tot 8,5 procent als er een tweede golf met besmettingen met het coronavirus komt. Dat kan betekenen dat het aantal werklozen dan stijgt tot 785.000.

Vooral in het bedrijfsleven zal het aantal werklozen stijgen. Het CPB denkt dat bedrijven waar werknemers relatief weinig uren draaien uiteindelijk, ondanks maatregelen van de overheid om ervoor te zorgen dat bedrijven mensen aan het werk houden, overgaan tot ontslag of faillissement zullen aanvragen.

Mensen ontmoedigd

Het CPB waarschuwt dat de werkloosheidscijfers in economisch slechte tijden niet altijd een goed beeld geeft van de arbeidsmarkt.

Omdat mensen al dan niet terecht denken minder kans te hebben op werk, kan het ook zijn dat zij ontmoedigd raken en niet op zoek gaan naar betaald werk. De situatie op de arbeidsmarkt is in zo’n geval nog slechter dan uit de cijfers blijkt.

Bron: RTLZ

14sep

Een op drie jongeren heeft studie en werkplannen aangepast

27 procent van de jongeren geeft het niet kunnen vinden van een passende bijbaan aan als reden om plannen te wijzigen

27 procent van de jongeren geeft het niet kunnen vinden van een passende bijbaan aan als reden om plannen te wijzigen
De coronacrisis heeft een grote impact op de kortetermijnplannen van jongeren. Ruim een derde van de Nederlandse jongeren tussen de 15 en 30 jaar.
De coronacrisis heeft een grote impact op de kortetermijnplannen van jongeren. Ruim een derde van de Nederlandse jongeren tussen de 15 en 30 jaar geeft aan dat de crisis ervoor heeft gezorgd dat zij hun studie- en/of werkplannen voor de resterende helft van 2020 hebben moeten wijzigen. Zo blijkt uit onderzoek onder 500 Nederlandse jongeren uit het YC Jongerenpanel van recruitmentspecialist YoungCapital

Bijna de helft (45 procent) was voor corona van plan om in de tweede helft van 2020 naast studeren ook te gaan werken. Nu is dit slechts 35 procent. De belangrijkste reden hiervoor (27 procent) is dat ze geen passende bijbaan kunnen vinden.

“Wij merken dat jongeren heel graag aan de slag willen, maar dat ze niet genoeg passend werk kunnen vinden,” zegt Ineke Kooistra, CEO van YoungCapital. “Waar werkgevers eerst nog stonden te springen om jong talent, zijn het nu de jongeren die moeten vechten voor een baan.” Vorig jaar stonden er nog 5.101 vacatures open in de maanden juli en augustus, dit jaar waren dat er slechts 2.331. Dat is een daling van 54 procent. De hardste daling in het aantal vacatures zagen we in de horeca (88 procent) en detailhandel (64 procent). Dit zijn vacatures die normaal gesproken erg populair zijn onder jongeren. Het aantal vacatures binnen de klantcontactbranche en logistieke sector daalde met 46 en 47 procent een stuk minder hard, en daar konden nog relatief wat jongeren aan een baan komen.

Niet bij de pakken neerzitten
Een groot deel van de jongeren die van plan waren om een tussenjaar te nemen of fulltime te werken, heeft door de coronacrisis ook noodgedwongen andere plannen moeten maken. Zo heeft 17 procent de plannen moeten wijzigen omdat zij niet meer vrijuit kunnen reizen. En 13 procent zegt een studievertraging door corona te hebben opgelopen. Nog eens 15 procent van de jongeren weet door corona nog niet wat zij de rest van het jaar gaan doen. “Dit is natuurlijk een enorme tegenvaller voor jonge mensen. Het is bewonderenswaardig om te zien dat ze niet bij de pakken gaan neerzitten, maar dat ze dit gebruiken om onder andere meer te gaan studeren. Dat zien we niet alleen in de cijfers uit het onderzoek, maar ook in de inschrijvingen voor de YC Summer School waar ruim 800 jongeren aan hebben deelgenomen de afgelopen maanden”, zegt Ineke. Daarnaast komen er nog steeds vacatures voor (bij)banen online. Dit zijn misschien niet altijd de droombanen, maar je kunt er wel aan de slag, werkervaring opdoen en geld verdienen.

Bron: YoungCapital

14sep

Meer zekerheden voor uitzendkrachten: via cao of wet? Onderhandelaars nieuwe cao starten verdeeld

De onderhandelingen met de vakbonden over een nieuwe Cao voor uitzendkrachten zijn gestart. De ABU en de NBBU willen uitzendwerk verder verbeteren en zetten in op meer perspectief voor uitzendkrachten via de cao. Vakbond FNV pleit juist voor verandering van wetgeving.

De afgelopen jaren zijn werk- en inkomenszekerheid van uitzendkrachten verbeterd. Ook zijn de arbeidsvoorwaarden in lijn gebracht met werkenden in dienst van de opdrachtgever. Dat neemt niet weg dat een groeiende groep uitzendkrachten steeds langer en soms structureel is aangewezen op uitzendwerk. Veel inleners kiezen ervoor om structurele werkzaamheden door externe flexibiliteit in te laten vullen. Dit beperkt de doorstroommogelijkheden. Ook worden de risico’s voor flexibiliteit nog te vaak afgewenteld op hen die flexibel werken.

Dit menen uitzendkoepels ABU en NBBU. Zij zetten in op meer werk- en inkomenszekerheid voor uitzendkrachten én een gelijk speelveld. Investeringen in duurzame inzetbaarheid, een verbeterde pensioenregeling, verkorting van uitzendduur en contractflexibiliteit en invoering van standaard uitzendcontracten zijn onderdeel van het pakket voorstellen dat de ABU en de NBBU aan de vakbonden doet.

Jurriën Koops, directeur van de ABU: “Opdrachtgevers zoeken hun heil ook in ongeorganiseerde vormen van flexibel werk. Mogelijk gemaakt omdat adequate zzp-wetgeving ontbreekt. De ABU wil uitzendwerk verbeteren via de cao. Daarvoor is het essentieel dat er een gelijk speelveld komt voor alle vormen van flexibel werk. Wij erkennen dat er zaken te verbeteren zijn en moeten ook zorgen voor continuïteit van de branche. De ABU roept de politiek dan ook op om zo snel als mogelijk is te komen met sluitende wetgeving.”

Marco Bastian, directeur van de NBBU: “De uitzendbranche schept ieder jaar werkgelegenheid voor honderdduizenden mensen. We zijn bereid blijvend te investeren in het perspectief van deze werkenden. Door duurzame inzetbaarheid, maar ook bijvoorbeeld door verbetering van het pensioen voor uitzendkrachten. Daarmee wordt hun positie steeds verder versterkt.”

De ABU en de NBBU stellen voor om de contractflexibiliteit te verkorten van 5,5 naar 4 jaar. Ook ligt er een voorstel voor het invoeren van standaardcontracten voor uitzenden. Bedoeld om het speelveld binnen de branche gelijk te krijgen. De ABU en de NBBU zetten zwaar in op duurzame inzetbaarheid en zijn dan ook bereid om hun investeringen hierin te verhogen van 198 miljoen euro naar 365 miljoen euro.

FNV: verander de wet voor verbetering positie uitzendkrachten

De FNV pleit juist voor een verandering van wetgeving voor verbetering van de positie van uitzendkrachten. Uit een enquête onder 1.000 uitzendkrachten en een vervolgonderzoek onder 92 deelnemers blijkt dat ruim twee derde van de uitzendkrachten gemiddeld zeven jaar van uitzendbaan naar uitzendbaan wordt rondgepompt met nauwelijks zekerheid van werk en inkomen. Daarom publiceerde de FNV 9 september jl., op de dag waarop de cao-onderhandelingen startten, een witboek over de uitzendbranche. Hierin roept ze de politiek op de wet te veranderen, waardoor arbeidscontracten zonder enige garantie op werk en inkomen niet meer mogelijk zijn.

Zakaria Boufangacha, arbeidsvoorwaardencoördinator FNV: ‘Uitzendwerk is bedoeld voor het opvangen van ziekte of pieken in het werk. Dan spreek je over weken of maanden, niet over jaren. We willen af van die onzekere banen en contracten zoals nul-uren contracten.’

FNV spreekt over het rondpompen van mensen zonder enige zekerheid, maar wel de druk om elke dag weer paraat te staan. In het witboek over de uitzendbranche komen uitzendkrachten aan het woord en doet de vakbond aanbevelingen aan de overheid om de positie van uitzendkrachten te verbeteren. Naast het uitbannen van de genoemde nul-uren contracten wil de FNV dat de uitzendperiode drastisch wordt verkort tot eenmalig 26 weken (nu 78 weken).

ABU: Cao beste instrument om positie uitzendkrachten te verbeteren

De ABU is verrast over de overhandiging van een witboek aan minister Koolmees. Werkgevers zetten in op meer perspectief en zekerheid voor uitzendkrachten. Daarover zijn zij het eens met de FNV. De ABU is het niet eens met de FNV om zaken die al jarenlang via een cao worden geregeld via de wet te regelen. Zij meent dat de FNV in het witboek een extreem en onjuist beeld schetst door te stellen dat uitzendkrachten jarenlang worden rondgepompt. Zij verwijst naar onafhankelijk onderzoek naar de positie van uitzendkrachten dat onlangs in opdracht van het ministerie van SZW is verricht, waaruit onder andere is gebleken dat het onwaarschijnlijk is dat een substantieel deel van de uitzendwerknemers langer bij dezelfde uitzender verblijft dan het maximum van 78 gewerkte weken.

Samengevat willen beide onderhandelingspartners hetzelfde, namelijk dat uitzendkrachten meer zekerheid krijgen. De uitzendkoepels zijn ervan overtuigd dat de cao bij uitstek het instrument is om dit goed te regelen. Niet alleen wat betreft werkzekerheid, maar vooral ook als het gaat om scholing en duurzame inzetbaarheid. De FNV pleit juist voor verandering van de wet, zodat arbeidscontracten zonder enige garantie op werk en inkomen niet meer mogelijk zijn.

De onderhandelaars streven naar een nieuwe cao die op 1 juni 2021 in gaat.

Berichtnavigatie